3e zondag van Pasen C - 2025

‘Simon Petrus zei tot hen: “Ik ga vissen.” De anderen antwoordden: “Dan gaan wij mee.”’

Zusters en broeders, het is het begin van een verrijzenisverhaal met een heel bijzondere diepgang. De apostelen zijn teruggekeerd naar Galilea, en ze gaan er hun oude beroep uitoefenen: ze gaan dus vissen, want dat zijn ze: vissers. Ze denken er daarbij niet aan dat Jezus, toen Hij hen opriep Hem te volgen, had gezegd: ‘Ik zal vissers van mensen van u maken.’ Nee, ze denken gewoon aan vissen. Opvallend is ook dat ze met zeven zijn, maar dat Petrus de leiding heeft. Hij beslist om te gaan vissen,  hij is de eerste die door het water naar Jezus toegaat, hij sleept het volle net aan land. En het is ook aan hem dat Jezus drie keer vraagt: ‘Simon, zoon van Johannes, hebt gij Mij lief?’, met drie keer dezelfde opdracht: ‘Weid mijn schapen.’ En dat maakt duidelijk dat Petrus door Jezus wordt aangesteld om zijn Kerk te leiden. Dat is heel merkwaardig, want het is precies Petrus die Hem op de avond voor zijn lijden en dood drie keer heeft verloochend.

En zo wordt duidelijk dat God, dat Jezus, geen perfectie eist, niet van Petrus, en ook niet van ons.  Gelukkig maar, want niemand van ons is perfect. We maken allemaal fouten, onze eigenliefde is vaak sterker dan onze liefde voor onze medemensen, en ons geloof is vaak zwakker dan onze trouw aan God, aan Jezus. Maar als we ons niet vastbijten in egoïsme en ontrouw is God, is Jezus altijd bereid ons nieuwe kansen te geven om ons geloof, onze hoop en onze liefde te beleven.

Maar het evangelie maakt nog andere dingen duidelijk. Vooreerst dat de vissers pas vis vangen wanneer ze doen wat Jezus zegt. Ook dat geldt voor ons: we moeten niet onze eigen weg gaan, maar die van Jezus. Zijn weg van liefde en vrede, niet onze weg van aandacht voor onszelf en onverschilligheid voor onze medemensen. Die weg leidt naar lege netten van eenzaamheid, van ieder voor zich, van eigen groot gelijk. We zien in de wereld waartoe dit leidt: oorlog, grenzeloos egoïsme en meer van die dingen die de wereld onleefbaar en mensen ongelukkig maken.

Even opvallend is dat de apostelen Jezus niet herkennen. Jarenlang zijn ze met Hem opgetrokken, hebben ze gezien hoe Hij zijn boodschap van liefde en vrede heeft verkondigd, wonderen heeft verricht, zieken heeft genezen en  voor alle mensen aandacht heeft gehad: voor mannen en vrouwen, voor armen en rijken, voor gelovigen en zondaars. En toch herkennen ze Hem niet. Eigenlijk houd je dit niet voor mogelijk, maar het is wellicht symbolisch bedoeld.

Een symboliek die ook voor ons geldt. Ook aan ons vraagt Jezus immers of we van Hem houden, en ook aan ons geeft Hij de opdracht om zijn schapen te weiden – dus om liefdevolle en hulpvaardige aandacht te hebben voor onze medemensen. Maar erkennen we zijn boodschap? Want wie is Hij voor ons? Wie is God voor ons? Beseffen wij dat Hij onze Redder, onze Schepper is? Dat Hij altijd aanwezig is en ons sterkte geeft wanneer we in nood verkeren?

Zusters en broeders, de Kerk heeft vorige maand een herder verloren die de weg van Jezus ging, die aandacht had voor alle mensen, die het opnam voor volkeren die uitgemoord worden, die de kant van de armen en de kleinen koos. Een christelijke herder die niet heerste, maar diende. Laten we met aandrang bidden tot de heilige Geest dat Hij zou neerdalen over de kardinalen, zodat paus Franciscus wordt opgevolgd door een paus die even christelijk is als hij. Geen kerkelijke vorst die sterk is in oordelen en veroordelen, en de kant kiest van de machthebbers die de democratie en volkeren uitroeien, maar een echte ‘papa’ die maar één gebod kent: ‘Houd boven al van God en houd evenzeer van je naaste als van jezelf.’ Moge de heilige Geest zo een paus aan Gods Kerk schenken: een ‘papa’ van liefde, vrede en vreugde, zoals ‘papa’ Franciscus. Amen.